ACHTERGLASSCHILDERIJEN
 
Nu dikwijls achter de schuine kant op de bovenverdieping, maar vroeger kwam je ze vrij regelmatig tegen in de kamer. Schuin hangend aan een koord en rustend op twee mooi glimmende koperen knoppen aan de muur. Achterglasschilderijen. Nooit geweten dat Hammer schilder Bertus Wemekamp deze prachtige schilderijen maakte in de veertiger en begin vijftiger jaren. Fantastisch knap. Volkskunst ten top! 

Strakke penseelhand
Zoon Gerrit legt mij de techniek van dit achterglasschilderen uit. Eerst werd een tekening gemaakt. Dan komen de letters op papier (sjablonen). Deze worden op de glasplaat geplakt. In spiegelbeeld beschilderd. De letters en b.v. de voorstelling wordt uitgespaard, de rest ingekleurd. De hele glasplaat wordt zwart geverfd met uitzondering van de letters en de voorstelling. Telkens wordt een andere kleur ingevuld. Voor de zilveren letters werd zilverpapier van de sigaretten- of chocoladeverpakking gebruikt. Dit zilver- en soms ook goudpapier werd gekreukeld voor een mooi effect. Tot slot werd de achterkant ter bescherming beplakt met karton.



Bertus had een strakke penseelhand, waarmee hij de vele letters en afbeeldingen op een geweldig precieze manier aanbracht. Zo moet hij ook de letters ‘God is mijn lied’ hebben geschilderd onder het Scheuerorgel in de Ned. Herv. Kerk aan de Brink in Den Ham.  Hij schilderde in opdracht ter gelegenheid van huwelijk, geboorte en huwelijksjubilea. Ook maakte hij vele schilderijen voor het afscheid van leden van de Jongelingsvereniging. 

Buurvrouw Dina ter Horst weet nog goed hoe Bertus zijn schilderijen maakte. Het was een hobby. Dus gebeurde dat doorgaans ’s avonds na het dagelijkse schilderwerk met zijn vader. In een hoekje van de werkplaats zat Bertus gebogen over het glas om met zijn heel fijne penseelgreep de letters en versieringen heel secuur aan te brengen. Zilverpapier kreeg hij van buren, familie en bekenden.  

Dina vertelt dat de leden van de Jongelingsvereniging wekelijks geld meenamen. Van dit geld werden o.a. de schilderijen betaald die jongeren op hun trouwdag als afscheids- en huwelijkscadeau kregen aangeboden door telkens een wisselend tweetal leden van de vereniging. Met het huwelijk waren ze namelijk jongeling af en moest je ‘thuis blijven’. 

Verre églomisé
De techniek van achterglasschilderen heet met deftige woorden ‘verre églomisé’ en is erg ingewikkeld, omdat men in omgekeerde volgorde moet werken. In plaats van eerst de achtergrond en dan pas de voorgrond te schilderen, begint men bij het achterglasschilderen met de details van de voorgrond. Men werkt van daaruit laag voor laag naar achteren om de schildering uiteindelijk af te sluiten met de achtergrond.
De term églomisé is afgeleid van de naam van de Franse kunsthandelaar en lijstenmaker Jean-Baptiste Glomy (overl. 1786). Toch was de techniek geen vinding van Glomy, want het decoreren van glas gebeurde al voor 1700.

Deze schildertechniek is dus al heel oud en stamt waarschijnlijk uit de 14e eeuw. Zij bereikte haar hoogtepunt in de 18e eeuw. Vanaf de 18e eeuw leefde de techniek vooral verder in de volkskunst als ‘Bauernmalerei’ in Bohemen, Beieren, Silezië, Roemenië en Joegoslavië.Deze schilderkunst wordt nu nog veel gebruikt in de naïeve volkskunst. 

‘Niet gebogen, wel gebroken’
Even bijzonder zijn ook Bertus’ achterglasschilderijen ‘Wel gebogen, niet gebroken’. Waarschijnlijk maakte hij deze direct na de oorlog. Het was in oorlogstijd namelijk te riskant voor hem om dit soort schilderijen met Nederlandse vlag en leeuw te schilderen. Een soortgelijke afbeelding maakte hij ook op glazen dienbladen.In ons land staan een drietal oorlogsmonumenten (Leusden, Sevenum en Vriezenveen) waarin ook deze tekst ‘Wel gebogen, niet gebroken’ is verwerkt. Het monument van Janny Brugman-De Vries in Vriezenveen beeldt een mannenfiguur uit, die in feite terugziet op de achterliggende tijd van angst, spanning en verdriet. De mannenfiguur rouwt om de onnoemelijk vele slagen, die hem zijn toegebracht. Slagen, die nimmer meer kunnen worden goed gemaakt. Het is een gebogen en een geslagen figuur. Toch richt het beeld zich weer op. De man is gebroken, maar niet verslagen. Wel gebogen, maar niet verslagen.Ook hing er in menig Nederlands huis een foto aan de muur met erop getekend een kromme vlaggenstok met de vlag halfstok eraan en de tekst ‘gebogen, niet gebroken’. Verder zijn nog houten broches met vlag en deze tekst bekend die tijdens de oorlog waarschijnlijk door huisvlijt gemaakt zijn.





Dit artikel is ook te lezen in kwartaalblad 't Middendorpshuis, een uitgave van de Oudheidkundige Vereniging Den Ham - Vroomshoop, 2010/4.


Succesvolle bijzondere expositie in Den Ham 

Mede door de prachtige folder, de aandacht in de diverse media en de belangstelling tijdens de laatste twee Hammer Brinkdagen en Open Monumentendag was de expositie ‘Achterglasschilderijen’ in Het Middendorpshuis een groot succes. En terecht, want wat geen van de bezoekers vermoedde, bleek dat men getuige was van een wel heel unieke expositie. Hoezo uniek? Dat zijn toch gewoon van die schilderijen die vroeger aan de muur hingen en later naar de zolder verdwenen? Veel schilderijen kwamen zelfs terecht in de afvalcontainer na afloop van een rommelmarkt waar ze tevergeefs ter koop werden aangeboden. Uniek, omdat de schilderijen alleen in Oost-Nederland voorkomen. Uniek, omdat ze tegenwoordig niet meer gemaakt worden. 
Uniek, omdat er vrijwel geen documentatie over te vinden is. Heel veel uren struinen op het wereldwijde web leverde mij nauwelijks iets meer op dan wat buitenlandse benamingen ‘verre églomisé’ (peintures sous verre), ‘reverse painting on glass’ en ‘Hinterglasmalerei’. Over de wereldwijde eeuwenoude techniek van het achterglasschilderen wordt geschreven dat het ‘gecompliceerd met een bewonderenswaardig resultaat’ is, dat ‘dit handwerk planning, ervaring, de juiste verfsoorten, voorbehandeling en afwerking vereist’, dat ‘door middel van de beste penselen, kwasten en vooral fingerspitzengefühl de meest diverse resultaten verwezenlijkt worden’, dat ‘bladgoud op glas en decoratief verzilveren een antiek ambacht is’ en dat ‘achterglasschilderijen zeldzaam en dus waardevol zijn geworden’. 

De opening
Op maandagavond 8 augustus kwamen zo’n 50 mensen voor de opening van de expositie. Onder hen vooral diegenen die hun achterglasschilderij beschikbaar stelden, maar ook de (klein-)kinderen van schilder Bertus Wemekamp waren aanwezig. Freek Miskotte en Jan van der Kolk vertelden hen over de totstandkoming van de expositie en het achterglasschilderen. Met enige trots liepen deze eerste bezoekers rond en wisselden zij van gedachten over de schilderijen waarvoor thuis geen andere plek dan achter de schuine kant waardig werd geacht. Behoudens op een enkele uitzondering na.
Ook waren op de expositie vier mooie dienbladen te zien en natuurlijk de twee fraaie oorlogsschilderijtjes ‘Wel gebogen, maar niet gebroken’. Dit alles in achterglasschildertechniek.
Zowel bij deze opening als ook daarna tijdens de openingstijden viel het op dat velen vooral geïnteresseerd waren in de namen op de schilderijen. "Die man en vrouw ken ik” en "die is familie van die” hoorde ik nogal eens.   



De techniek
Gelukkig was schilder André Slijkhuis uit Vriezenveen bekend met de techniek. Hij reageerde op mijn vorig artikel over dit onderwerp. Slijkhuis was aanwezig bij de opening, tijdens de Hammer Brinkdagen en Open Monumentendag. Hij vertelde honderduit en had daarbij erg veel geduld, want vele malen werd hem gevraagd de zo bijzondere techniek uit te leggen. Aan de hand van een mooi oud stalenboek met tal van letters en vormen liet hij de bezoekers zien welke letters de schilders uitkozen. 
Slijkhuis raakte vanwege onze expositie (opnieuw) besmet met het achterglasschilderen. Zelfs zo dat hij er nu één voor zichzelf maakt met een heel bijzondere schilderspreuk: ‘Schilders moeten vrolijk leven, veel drinken en niet beven’.
Soms wilde de schilder net iets meer aandacht besteden aan zijn werkstuk. Zo ‘schreef’ hij de letters niet in zwart, maar in kleur. Dat maakte het wel een stuk moeilijker en dus tijdrovender om daaromheen nog ‘s die grote zwarte achtergrond te schilderen.Ook zijn er schilderijen waarbij de letters uit twee kleuren bestaan. Voordat het verfrommelde zilverpapier werd aangebracht, werd de ene helft van de letters in een kleur (b.v. geel) gelakt.   Slijkhuis wist te vertellen dat hij nooit het woord ‘huwelijk’ mocht gebruiken. Dat leek volgens zijn vader teveel op gruwelijk en lijk. Daarom schilderde hij het woord ‘echtvereniging’.
Spreuken 3 vers 6 bleek favoriet bij Wemekamp (en/of de dominee?), want op meerdere schilderijen is deze tekst aangegeven: "Ken Hem in al uw wegen, en Hij zal uw paden recht maken.” (Statenvertaling)Als decoratie gebruikten de schilders vaak het blad van de eikenboom. Dit eikenloof is het teken van eeuwigheid, duurzaamheid, standvastigheid en dus goed geschikt als symbool voor een schilderij bedoeld om het huwelijk te herinneren.
Kortweg is de techniek als volgt: in spiegelbeeld biezen (de letters) trekken, eromheen zwart invullen, eventueel op de ene helft gekleurde lak aanbrengen, zilverpapier erop leggen, karton om alles af te dekken en dan inlijsten.
Niet alleen de schilderkunst was vakmanschap, ook het maken van de lijst. Hoewel de meeste schilderijen een eenvoudige lijst kregen, werd er op de expositie ook een juweel van een schilderij geëxposeerd, n.l. met een zogenaamde knopenlijst. Zo’n lijst getuigt van wel heel grote vakmanschap.



De achterglasschilderijen hingen doorgaans in de voorkamer, de zondagse kamer, boven de deur. Schuin, zodat ze beter te lezen waren, maar ook om het schilderij te beschermen tegen het zonlicht. Tegenover het schilderij hing vaak aan de andere kant van de kamer, ook boven de deur, een letterdoek met een Bijbelse voorstelling.
Het maken van deze schilderijen was eigenlijk een ‘erewerkje’ voor de plaatselijke schilder. Financieel kon het er nooit uit. Dit schilderen achter glas is tegenwoordig verdwenen, omdat de techniek niet meer bekend is. Bovendien is het ook zeer arbeidsintensief en dus heel duur. 

Geschiedenis
Het achterglasschilderen is ontstaan ​​in Italië in de 13e eeuw. Sinds het begin van de 16e eeuw zijn vooral in Zuid- en Midden-Europa, maar ook in Nederland achterglasschilderingen gemaakt in veelal kleine familieateliers in steden of op het platteland. Vooral de achterglasschilderingen van de ongeschoolde amateurs op het platteland leverden op den duur de hoofdmoot van deze schilderingen, waardoor het voornamelijk een volkskunst is geworden. De voorstellingen hadden vooral een duidelijk religieus karakter, zoals Bijbelse scènes of vereerde heiligen. Minder gebruikelijk waren portretschilderingen van bekende personen, wapenemblemen of zoals in de 19e eeuw in België de schilderingen van schepen.
Sinds de 17de eeuw komt het in veel landen voor. Vooral China is bekend vanwege de bijzondere verfijning en raffinement. Er bestaat een grote verscheidenheid aan voorstellingen (vaak religieus getint), uitvoering (ook goud- of zilverfolie werd gebruikt) en aan afmetingen. Achterglasschilderingen in de Chinese keizerlijke mausolea hebben een afbeelding met en zonder een gedicht van de keizer.
Sinds het midden van de 18e eeuw waren achterglasschilderingen gedurende meer dan een eeuw een bijzonder geliefde decoratie in hofkringen van Europa en Azië. Vanaf 1790 is schilderen op glas populair in Amerika. De schilderijen met o.a. bloemen en mooie uitzichten waren meestal opgenomen in spiegels, klokken en andere meubels. Het achterglasschilderen verspreidde zich begin 19e eeuw door Europa en Azië.
In Turkije was het vooral populair in de 19e en begin 20e eeuw. Deze schilderijen waren te vinden in huizen, gebedshuizen, koffiehuizen en bij banketbakkers, slagers en kappers. Als meisjes in Turkije trouwden was hun uitzet niet compleet zonder een achterglasschilderij! Balkan-emigranten hebben het achterglasschilderen in het Midden-Oosten en Noord-Afrika geïntroduceerd. Van daaruit verspreidde het zich naar de West-Afrikaanse landen. In Noord-Afrika zijn achterglasschilderingen te vinden in Tunesië. De eerste achterglasschilderingen dateren daar uit het begin van de 19e eeuw en zijn mogelijk geïnspireerd op de Italiaanse traditie van achterglasschilderen. De meeste achterglasschilderingen met religieuze voorstellingen, kalligrafieën en volksverhalen dienden als muurversiering in huizen, winkels en koffiehuizen. 

Experts
De enige en grootste expert op dit gebied in ons land, Erik Winkler uit Diemen, was bijzonder aangenaam verrast toen hij op mijn uitnodiging de schilderijen bekeek in het Middendorpshuis. Winkler is de enige glaskunstenaar in Nederland die rijkelijk gedecoreerde glaskunst maakt volgens ambachtelijke technieken zoals vergulden, verzilveren en glasetsen. Sinds 1999 is hij doctorandus in de ‘kunsthistorie en archeologie’. Jarenlang deed hij onderzoek en volgde diverse opleidingen in o.a. Canada, Amerika, Groot-Brittannië, Duitsland en Tsjechië. Samen met zijn broer heeft hij het familiebedrijf Dekoratie Studio Ferry Winkler van zijn ouders overgenomen. Winkler werkt er nu als vierde generatie met het beletteren met o.a. verschillende karaats puur goud op glas. (Bezoek voor meer informatie www.schitterend.eu.) Over zijn techniek wilde hij niet veel kwijt: "Dat is het geheim van de smid.
”Niet eerder had Winkler dit soort achterglasschilderijen gezien. Hij was dan ook onder de indruk. Het was kostelijk te zien en te horen hoe ‘onze’ expert André Slijkhuis en Erik Winkler de tentoongestelde schilderijen als vakidioten bespraken. De techniek die Winkler toepast is overigens wel van een veel hoger niveau. Een goed ingepakt exclusief voorbeeld had hij meegenomen om ons te laten zien. Winckler vermoedde dat wellicht ooit iemand uit onze regio de specifieke achterglasletters moet hebben gezien in Engeland (of Amerika) en het effect hier heeft willen nabootsen.    



De twee experts Erik Winkler (l) en André Slijkhuis (Foto: Hans Dekker)
 
 
 
Dit artikel is ook te lezen in kwartaalblad 't Middendorpshuis, een uitgave van de Oudheidkundige Vereniging Den Ham - Vroomshoop, 2011/3.


Bekijk hier de foto's die ik maakte tijdens de exposities van achterglasschilderijen in 
het Middendorpshuis in Den Ham (2011), 
de Martinuskerk in Markelo (2012) en 
het Oonderschoer van de Oudheidkamer in Enter (2014).

Bekijk hier boekje expositie van o.a. Huwelijksschilderijen, St. Oudheidkamer Enter, 2014